
Wat is een hersenschudding?
Om goed uit te kunnen leggen wat een hersenschudding is, moet je eerst begrijpen hoe hersencellen met elkaar communiceren. Een hersencel bestaat uit een neuron, dat is het cellichaam, en een axon, dat is de uitloper waarmee de neuron communiceert met andere neuronen. De communicatie gebeurt als een soort elektrisch signaal dat door de gehele uitloper loopt naar eventueel andere neuronen. Maar hoe komt deze "elektrische impuls" tot stand? Dit is zeer complex maar wel belangrijk om een hersenschudding goed te begrijpen.
Stel je voor dat een zenuwcel als een telefoonlijn is. Aan het ene uiteinde van de lijn hebben we iemand die de telefoon oppakt (de stimulus). Zodra de telefoon wordt opgenomen, begint het gesprek, vergelijkbaar met het activeren van de zenuwcel.
De persoon aan de telefoon begint met praten, wat overeenkomt met het genereren van een elektrisch signaal (dit noemen we de actiepotentiaal) in de zenuwcel. Dit signaal reist snel langs de telefoonlijn, net zoals de actiepotentiaal zich beweegt langs de zenuwcel.
Het gesprek en het signaal bereiken het andere uiteinde van de lijn, vergelijkbaar met hoe de actiepotentiaal informatie doorgeeft in de zenuwcel. Na het gesprek wordt de telefoon neergelegd, wat overeenkomt met het herstellen van de rusttoestand in de zenuwcel.
Om het elektrisch signaal tot stand te laten komen, gebruiken we kanalen in de cel en in de uitloper. Deze kanalen laat een stofje binnen (kalium) binnen en stofje uit de cel stromen (natrium), wat zorgt voor een elektrische verandering. Dus door het openen en sluiten van deze kanalen kunnen we het signaal doorgeven en hersencellen met elkaar laten communiceren.
Bij een hersenschudding, zoals bij een val of ongeluk, worden de hersenen in de schedel door elkaar geschud. Dit betekent dat de voorkant en achterkant met flinke snelheid tegen de zijkant van de schedel botst. Vroeger dachten we dat dit een kneuzing veroorzaakte op de plek waar de hersenen de schedel raakten, maar nu weten we dat het anders werkt. De hersenen hebben een gelatineachtige structuur en bewegen alle kanten op bij een klap op het hoofd. Dit zorgt voor een enorme rek op de uitlopers van neuronen in verschillende richtingen. Door deze rek gaan kanalen open en komt er een actiepotentiaal tot stand. Miljoenen hersencellen denken dan dat ze een signaal hebben ontvangen en sturen een elektrische impuls naar andere neuronen. Dit veroorzaakt een korte maar krachtige storm van elektrische signalen door de hele hersenen. Dit is ook de reden waarom sommige mensen letterlijk sterretjes zien na een hersenschudding. Hoewel deze storm kort is, kost het veel energie. Door het openen van alle kanalen tijdens de rek op de hersencellen, komt er ook grote hoeveelheden calcium de cel binnen. De hoge calciumspiegels in de cel zorgen ervoor dat de mitochondriën ( onze energiefabrieken in de cellen) schade oplopen en de dagen na de impact veel minder energie kunnen produceren. Gemiddeld bereikt dit op dag 5-7 het laagste punt. Daarna beginnen de mitochondriën weer meer energie te produceren en rond dag 22-30 is de energieproductie weer op het oude niveau. Dit betekent dus ook dat het herstel van de directe impact van de hersenschudding op de hersenen na ongeveer 30 dagen hersteld is.
Ondanks het fysiologische herstel van de hersencellen na ongeveer 30-35 dagen, waarom hebben sommige mensen maanden of zelfs jaren na de hersenschudding nog steeds veel klachten? Dit komt omdat een hersenschudding kan zorgen voor systemische veranderingen in het hele lichaam. Wetenschappelijk is nu aangetoond dat er vijf veranderingen kunnen plaatsvinden die de klachten in stand kunnen houden:
Ontregeling van het autonome zenuwstelsel
Aanhoudende nekklachten
Verandering in de oogmotoriek
Aanhoudende ontstekingen in de hersenen/lichaam
Stress- en angstklachten
Al deze vijf veranderingen kunnen een aanhoudende overprikkeling van de hersenen veroorzaken en dus de klachten in stand houden. Wij gaan op een structurele manier onderzoeken wat hetgeen is wat zorgt voor de aanhoudende klachten. Dit kan één oorzaak hebben of meerdere van de bovengenoemde oorzaken.